17 April 1909. Men verlieze niet uit het oog, dat een zieke meer noodig heeft dan een gezonde en dat bij ziekte dus de gezins uitgaven stijgen. De gemeente-werklieden krijgen hier ook niet vrije geneeskundige behandeling en gratis genees middelen. Spreker erkent, dat de bestaande regeling/nilder is dan de bepaling, voorkomende in de wet op het arbeids-contract, waarbij slechts gedurende ééne maand vol loon als zieken geld kan worden uitgekeerd. Maar de gemeente moet ook een voorbeeld geven. Spreker betwist, dat de voorgestelde maatregel tegen simulatie onvoldoende zou zijn, zooals burgemeester en wethouders in hun prae-advies willen doen voorkomen. Wanneer wekelijks een getuigschrift van den geneesheer gevorderd wordt, is er genoegzaam controle. In andere plaatsen, o a. Den Haag en Arnhemwordt eene dergelijke verklaring voldoende geacht. Simulate is bij de bezittende klasse trouwens veel grooter dan bij de arbeiders. Men zie maar eens naar de risico-overdracht. Blijkens het prae-advies verheugen burgemeester en wet houders er zich over, dat eenige gemeente-werklieden zich vereenigd hebben en gezamenlijk een ziekenfonds hebben opgericht, waarvan ieder gemeente-werkman, ongeacht zijne godsdienstige en politieke gezindheid, lid kan zijn. Spreker vindt eene ziekte-verzekering uitstekend en zou het wenschelijk vinden, dat nog meerdere dergelijke vereeni- gingen werden opgericht. Doch met het bestaan van zoo danige particuliere vereeniging is de gemeente niet af van hare verplichtingen, en mag daarin geen aanleiding vinden om bij ziekte maar half loon uit te keeren. De gemeente moet meer geven, om het sparen mogelijk te maken. Of men hier werkelijk te doen heeft met eene vereeni ging, waarvan ieder gemeente-werkman, ongeacht zijne godsdienstige en politieke gezindheid, lid kan zijn, betwijfelt spreker. Daarvan zal men de praktijk moeten afwachten. Spreker gelooft eerder, dat men te doen heeft met eene zuiver godsdienstige vereeniging en beroept zich daartoe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 137