17 April 1909. „van 13 April 1907 (zie gedrukte notulen pagina 139 en „volgende), wenschen wij U in herinnering te brengen, dat „dit jaar het laatste jaar is van de eerste serie bekers, „welke in 1910 opnieuw moeten gewonnen worden, om „het eigendom van den winner te kunnen worden. „Het valt niet te ontkennen, dat de groote deelneming, „waarin het concours hippique te Breda zich verheugen „mag, voor een groot deel is toe te schrijven aan de „waarde, welke gehecht wordt aan „de Beker van Breda", „die nu reeds drie achtereenvolgende jaren van gemeente- „wege werd beschikbaar gesteld. „Dezelfde gronden, welke ons in vorige aren deden be- „sluiten, U tot inwilliging van het verzoek te adviseeren, „zijn ook thans nog en zeker in niet mindere mate aan wezig. „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen den ge- vraagden zilveren beker uit te loven en daarvoor een be- „drag van f 150,beschikbaar te willen stellen." Niemand der leden tegen dit voorstel eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienover eenkomstig besloten. 30, Prae-advies van burgemeester en wethouders, strek kende tot afwijzende beschikking op het adres van het bestuur der koninklijk erkende flobertschiet- en scherp- schuttersvereeniging „Nederland en Oranje" alhier ter bc- koming van subsidie voor een te houden schietwedstrijd. De heer VAN DEN BR'NK wijst erop, dat deze wedstrijd niet 1 of 2 dagen, maar een heele maand zal duren en dus ook heel wat vertier zal brengen. Spreker stelt der halve voor aan de betrokken vereeniging de gevraagde subsidie van f 25,te verleenen. De heer SASSEN, ofschoon tegen het verleenen van elke subsidie, meent ook, dat burgemeester en wethouders

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 159