166 17 April 1909. 36. Schrijven van 'de gedeputeerde staten voornoemd, d.d. 1 April 1909, G, n°. 92, houdende bedenkingen tegen het ter goedkeuring ingezonden raadsbesluit tot het ver- leenen eener bijdrage aan de naamlooze vennootschap „Volkshuisvesting" alhier. Bij dit schrijven is gevoegd het volgend ontwerp-antwoord van burgemeester en wethouders „Met verwijzing naar den inhoud van onzen brief d.d. „heden Ag. n°. 13, nemen wij de vrijheid U het raadsbesluit „tot het verleenen eener bijdrage aan de naamlooze ven nootschap „Volkshuisvesting" ongewijzigd terug te zenden. „Voor zooveel noodig wenschen wij er uwe aandacht op „te vestigen, dat de bijdrage slechts verleend is onder vooi - „waarde, dat het rijk de helft daarvan voor zijne rekening „neemt. „Het betrokken raadsbesluit is thans op geheele vellen „papier overgebracht." Zonder bedenking wordt gemeld ontwerp-anl- woord eveneens goedgekeurd. 37. Suppletoire kohieren nos. 2 en 3 van aanwezige beer putten in den openbaren gemeentegrond, opgemaakt krach tens artikel 2 sub D der verordening op de heffing van een recht voor het gebruik van den openbaren gemeente grond, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 November 1902 en goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 December 1902, n°. 61. Zonder bedenking worden gemelde kohieren vastgesteld op een bedrag van f 0,50 ieder. 38. Bezwaarschriften van personen tegen hun aanslag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het dienst jaar 1908.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 166