16
30 Januari 1909.
a. dat het gebouw moet worden gesticht op de
plaats en op de wijze als de overgelegde tee-
kening aanduidt
b. dat het gebouw niet tot woning mag worden
ingericht of voor woning worden gebruikt, en
c. dat ter voldoening aan art. 8 der woningwet
eene teekening, ingericht volgens art. 99 der
bouwverordening, aan burgemeester en wethou
ders ter goedkeuring moet worden aangeboden.
15. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
daarbij ter vaststelling aanbiedend eene ontwerp-verordening,
regelende de benoeming, schorsing, ontslag en jaarwedden
van het onderwijzend personeel aan de teekenschool alhier.
De voorzitter stelt voor, deze verordening artikels-
gewijze in behandeling te nemen en vraagt, of tegen artikel
1 eenig bezwaar bestaat.
Zonder bedenking wordt gemeld artikel goed
gekeurd.
Thans komt in behandeling artikel 2 van het ontwerp.
De heer VAN DEN BRINK zegt, dat de opmerking,
welke hij thans wenscht te maken, eigenlijk verband houdt
met de algemeene beschouwingen. Spreker vindt het wel
wat ongepermitteerd, om eene verordening aldus af te
handelen, zonder dat aan ieder lid vooraf een exemplaar
daarvan is toegezonden. Ieder lid heeft niet altijd voldoende
gelegenheid, om de verordening in de leeskamer te gaan
bestudeeren.
Wat nu art. 2 zelf betreft, meent spreker daarin strijd
te ontdekken met art. 29 der wet op het middelbaar onder
wijs. Daarin toch is bepaald, dat de leeraren worden
benoemd door den gemeenteraad, terwijl de verordening
hieromtrent eene uitzondering maakt voor de hulpleeraren,
waarvan het benoemingsrecht aan burgemeester en wet
houders is overgelaten.