174 17 April 1909. „een exemplaar der verordening was aangevraagd en opge hangen bij den hierin achtergebleven winkelier werd op „spoedige aanschaffing van een exemplaar aangedrongen. In „6 van de 10 winkels hadden wij geen aanmerkingen op de „zindelijkheid te maken en werd door ons eenvoudig een „monster meel voor onderzoek verlangd; sommige winkeliers „verlangden betaling, de meeste winkeliers echter niet. „1. Bij een bakker vonden wij de bakkerij in een hoogst „onzindelijken toestandte midden der grondstoffen troffen „wij een onooglijken voederbak voor varkens aan, welke het „in bederf verkeerende voeder bevatte en vanwaar een walge lijke lucht uitging. Op een en ander hebben wij den bakker „gewezen en bij hem op verwijdering van den varkensbak „uit de bakkerij aangedrongen. „2. Bij een kruidenier troffen wij in de opslagplaats, die „in een onbeschrijfelijken vervuilden toestand verkeerde, te „midden der voedingsmiddelen, als open balen rijst, pruimen „enz., een kinder-privaat aan, van welk toestel bij ons bin nentreden juist gebruik werd gemaakt. Verder bevond zich „de vuile wasch naast de open balen met voedingsmiddelen. „Kortom de vijand der hygiëne deed hier in ruime mate zijne „krachten gelden. Ook in den winkel zag het er allertreurigst „uit. Op een groote schoonmaak werd ernstig aangedrongen, „en een controle in het vooruitzicht gesteld. „3. Een winkel troffen wij in een bijzonder vuilen toestand „aan. Eene hoeveelheid gerookt vleesch en kaas, welke wel „ten verkoop gereed lag, maar volgens zeggen van den winke lier wegens bederf niet werd verkocht, hebben wij ter ver nietiging aan het bureau van politie laten bezorgen. Eveneens „eene hoeveelheid worstafval, volgens zijn zeggen voor honden „en arme menschen bestemd. Op verbetering in den toestand „en medewerking werd aangedrongen. „4. Bij een kruidenier waren wij, hoe ongaarne ook, „verplicht eene hoeveelheid rijst, bloem en vermicelli, zwart „van muizenexcrementen, ter vernietiging voor te dragen. „Wij hebben er in toegestemd deze hoeveelheid onder onze „oogen met kokend water voor kippenvoer te doen prepareeren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 174