8 Mei 1909. 201 Iluis, een boom te planten" op de Groote Markt. Door den voorzitter is toen daarop geantwoord, dat dit denkbeeld wel overwegenswaard is, en daarom wenschte spreker wel te vernemen, hoe het dagelijksch bestuur hierover denkt. Mocht tot het planten van een boom worden over gegaan, dan is het thans hoog tijd. De voorzitter antwoordt hierop, dat door hem hier over het advies is ingewonnen van den opzichter der be plantingen. Wordt een herinneringsboom geplant, dan geschiedt dat met het doel, om dien boom daar tot in lengte van dagen te kunnen laten staan. De Markt, welke doorkruist is met buizen van gas- en waterleiding en riolen, acht men daarvoor niet geschikt, en de vrees bestaat, dat die boom daar nooit tot zijn recht zal komen. Wel voelen burgemeester en wethouders veel voor het planten van een herinneringsboom, doch in geen geval op de Groote Markt. De heer REIGERSMAN acht de bezwaren niet van over wegenden aard. De Markt behoeft niet eene kweekplaats te worden van planten en heesters. Spreker maakt er derhalve een voorstel van, om een boom te planten op de Groote Markt en wenscht daarover het gevoelen te ver nemen van zijne medeleden. De heer HEIJLAERTS is geheel doordrongen van het idee van den heer Reigersman, om ter herinnering aan het heuglijk feit een boom te planten. Spreker acht daartoe de Markt echter allerminst geschikt. Doordat daar vroeger gedurende vele eeuwen een boom gestaan heeft, is de grond ïfitgumergild en ontdaan van de noodige voedings stoffen. Een jonge boom zou daar niet blijven groeien. Spreker is ervan overtuigd, dat de heer Waals in een onzer parken wel eene geschikte plaats zal weten aan te wijzen. Als volbloed Oranjeman wil spreker voor den her inneringsboom zoodanige plaats, dat hij er tot in lengte van dagen zal kunnen blijven groeien, 't Is thans wel wat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 201