4 Juni 1909. £óS- Tegenwoordig de heeren mr. W. INGENHOUSZ, A. J. A. VERSCHRAAGE, A. A. A. MEEUWESEN, F. A. M. J. SMITS, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM, mr. P. M. J. E. ELOEMARTS, P. A. F. DE BONT, J. A. H. VAN DEN BRINK, A. P. SCHELTUS, W. G. II. ROM - BOUTS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LI] DSM AN, J. M. INGEN HOUSZ, jhr. mr. A. REIGERSMAN en J. J. L. TEYCHINÉ. Afwezig de heer J. A. J. W. VAN HAL. Voorzitter de heer mr. E. P.VAN LANSCHOT,burgemeester. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van '17 en 30 April en 8 Mei 1909, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voor lezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. De heer VAN DEN BRINK wenscht in de notulen van 17 April j.l. op bladzijde 133, '15de regel van onder, het woord famtim te doen vervangen door op bladzijde 137, 6de regel van boven, tusschen de woorden regaling en milder toe te voegen de woorden wal den tijd betreft; op bladzijde 138, 17de regel van boven, achter Arnhem nog te laten volgen en le Deventerop bladzijde 171, 9Je regel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 205