4 Juni 1909. De heer SASSEN, zijne stem motiveerende, zegt, dat hij op grond van de verkregen inlichtingen voor de verordening zal stemmen. De door burgemeester en wethouders voorgestelde ver ordening wordt alsnu in haar geheel in stemming gebracht en aangenomen met 19 tegen 1 stemmen. Vóór stemden de heeren mr. W. IngenHousz, Verschraage, Meeuwesen, Fr. Smits, Heijlaerts, A. F. Smits, Bom, Bloem - arts, Van den Brink, Scheltus, Rombouts, Slechtriem, Staal, Van Keppel, Lijdsman, Sassen, J. M. IngenHousz, Reigersman en Teychiné. Tegen was de heer De Bont. 15. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende eene ontwerp-verordening op de heffing en eene op de invordering van belasting op de honden, welk schrijven luidt als volgt „Sedert lang zijn de verordeningen dezer gemeente op „het heffen en invorderen eener belasting op het houden „van honden verouderd. Dientengevolge liet de inning der „belasting te wenschen over en de klachten over last van „honden werden steeds talrijker. „Deze overwegingen hebben er ons toe geleid U het „voorstel te doen nieuwe verordeningen op de heffing en „invordering eener hondenbelasting vast te stellen, welke „wij hierbij overleggen. „Het doel, dat daarmede beoogd wordt, is voornamelijk „tweeërlei, n.l. beperking van het aantal honden gepaard „met vermindering van den overlast en eene hoogere „opbrengst der heffing. Daarbij mag echter wel in het „oog worden gehouden, dat deze zaak ook een belangrijken „hygiënischen kant heeft. Inperking van het hondental zal „niet weinig bijdragen tot verhooging der openbare rein- „heid in onze straten en vermindering van het gevaar voor „overbrenging van allerlei ziekten door honden, welke maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 224