4 Juni 1909. 229 heer J. P. A. J. Rosu, in overleg met gemeld armbestuur, ter benoeming aanbevelende de heeren 1°. J. P. A. J. Rosu, aftredend lid, 2'. C. F. C. M. Laurijssen. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 17 op den heer Rosu, 2 op den heer Laurijssen en 1 op den heer J. A. H. van den Brink. Zoodat de heer J. P. A. J. Rosu opnieuw is benoemd tot lid van het burgerlijk armbestuur en zulks voor den gewonen tijd van zitting. 19. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter voorziening in de vacature van lid van het college van regenten van het oude-mannenhuis alhier, bij periodieke aftreding op 1 Juni j.l. van den heer J. J. van Mierlo, in overleg met gemeld college ter benoeming aanbevelende de heeren: 1". J. J. van Mierlo, aftredend lid. 2°. mr. P. M. J. E. Bloemarts. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden uitgebracht 20 stemmen, waarvan 18 op den heer Van Mierlo, 1 op den heer Bloemarts en 1 op den heer J. A. H. van den Brink. Zoodat de heer J. J. van Mierlo opnieuw is benoemd tot lid van het college van regenten van het oude-mannenhuis en zulks voor den gewonen tijd van zitting. 20. Schrijven van den heer mr. P. M. J. E. Bloemarts, daarbij, ter voldoening aan artikel 89, 2le zinsnede, der gemeentewet, wegens zijne benoeming tot president van de arrondissements-rechtbank alhier, zijn ontslag inzendende als wethouder dezer gemeente.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 229