4 Juni 1909.
De voorzitter wenscht den heer IngenHousz geluk
met het vertrouwen, door den raad in hem gesteld, en
hoopt, dat hij de voetstappen van zijn voorganger zal
drukken. Spreker vraagt alsnu, of de benoemde bereid is
deze benoeming aan te nemen.
De heer mr. W. INGENHOUSZ dankt de leden, die
hunne stem op hem hebben uitgebracht, voor het vertrou
wen in hem gesteld en verklaart de benoeming tot wet
houder dezer gemeente aan te nemen.
21. Schrijven van het college van regenten van het
oude-mannenhuis alhier, daarbij ter goedkeuring aanbie
dende de rekening van ontvangsten en uitgaven van gemeld
gesticht over het dienstjaar 1908.
De voorzitter geeft in overweging, gemelde rekening
ter fine van onderzoek en rapport te stellen in handen
eener commissie van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den
raad, dat de voorzitter deze commissieleden
zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig be
noemd de heeren Bom, De Bont en Verschraage.
22. Schrijven van het burgerlijk armbestuur, daarbij
ter goedkeuring aanbiedende de rekening en verantwoor
ding van gemelde administratie over het dienstjaar 1908,
vergezeld van de daarbij behoorendc bewijsstukken.
De voorzitter geeft in overweging gemelde rekening
eveneens, ter fine van onderzoek en rapport, te stellen in
handen eener commissie van drie leden.
Hiertoe besloten zijnde en nadat de raad zijn
verlangen had te kennen gegeven, dat de voor
zitter die commissieleden zal aanwijzen, worden
door hem als zoodanig benoemd de heeren Van
Keppel, Meeuwesen en Staal.