4 Juni 1909.
Dienovereenkomstig wordt besloten, bedragende
gemelde rekening in ontvang 8632,29 en in uit
gaaf ƒ12402,98, sluitende alzoo met een nadeelig
slot van ƒ3770,69, welk tekort uit de gemeentekas
aan het fonds zal worden bijgedragen.
De heeren Scheltus, Teychiné, mr. Bloemarts en mr.
W. IngenHousz, respectievelijk voorzitter en leden van de
commissie voor het pensioenfonds, wenschen geacht te
worden niet tot dit besluit te hebben medegewerkt.
2. Door den heer Fr. SMITS wordt namens de com
missie, belast geweest met het onderzoek der rekening van
de bank van leening over 1908, gerapporteerd, dat zij die
rekening heeft nagezien, dat zij hare bedenkingen- tegen
de wijze van boekhouding op schrift heeft gebracht en
deze gaarne in de notulen wenscht opgenomen te zien en
dat zij overigens voorstelt gemelde rekening goed te keuren.
De voorzitter dankt de commissie voor het gehou
den onderzoek en uitgebracht verslag en stelt voor, het
rapport in zijn geheel in de notulen op te nemen, het ver
volgens te stellen in handen van burgemeester en wethou
ders om prae-advies, na daarover de commissie van beheer
der bank van leening te hebben gehoord, en verder,
overeenkomstig het voorstel der commissie, de onderwer-
pelijke rekening goed te keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten, bedragende
gemelde rekening in ontvang 67 966,0'l5 en in
uitgaaf ƒ67 900,365, sluitende alzoo met een batig
saldo van ƒ66,25.
De heeren Scheltus, mr. W. IngenHousz en J. M. Ingen
Housz, respectievelijk voorzitter en leden der commissie
voor de bank van leening, worden geacht niet tot dit
besluit te hebben medegewerkt.