4 Juni 1909. „3°. De commissie vestigt de aandacht op het afsluiten ,der bijlagen F (staat van overschotkas) en G (winst- en verliesrekening); daar worden de respectievelijke saldo's met enkele overbodige horizontale lijnen eenvoudig ,van het eindcijfer respectievelijk bij- of afgetrokken in plaats dat deze sluitcijfers aan de credit- respectievelijk debet-zijde geboekt zijn (zooals dit gebruikelijk is), waar- Moor de eindsaldo's eenzelfde hoogste slotcijfer aantoonen. „Het verouderd systeem van boekhouden springt voor- pi in het oog met volgende opmerking: ,,4°. Ten opzichte van bijlage E (staat van den toestand ,der bank van leening), waar de woorden „passief"en„actief" ,in een geheel verkeerd verband gebruikt worden. Men heeft hier willen zeggen, dat dit jaar de uitgaven met 364,30 de ontvangsten overtroffen, m. a. w. dat de exploi tatie zelf f 364,30 verlies opgeleverd heeft. Dit cijfer houdt wel verband, is wel van invloed op passief res pectievelijk actief, maar als zoodanig vertegenwoordigen ,die woorden geheel andere waarden, behooren zij in de slottirade van bijlage E in het geheel niet thuis. „In verband met deze bijlage E zij ons nog de volgende uiteenzetting veroorloofd. Uit deze bijlage blijkt namelijk, ,dat het actief der bank, d. w. z. het bezit aan gcldmid- delen, nog immer het passief of zoogenaamd de schulden ,met f 17 155,75 overtreft, m. a. w. de bank van leening heeft zich in den loop der jaren - al waren wellicht dc laatste jaren iets minder gunstig een kapitaal van 17 155,75 verdiend. Bij nader onderzoek is ons gebleken, ,dat reeds vroeger de aandacht gevestigd werd op deze winst, respectievelijk rijkdom van de bank van leening, ponder dat deze omstandigheid in een zuiver daglicht ,werd gesteld. Vreemd staat tegenover deze bezitting waarschijnlijk uit winsten verkregen het raadsbesluit ,van 23 April 1887, en het zou, volgens de opvatting onzer commissie, de gezonde verhouding tusschen de gemeente ,als geldschietster en het gemeentebedrijf de bank van leening slechts bevorderen, wanneer bedoeld raadsbe-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 236