4 Juni 4909.
De voorzitter antwoordt hierop, dat er in dat
bericht veel is, wat juist is, maar ook evenveel, wat onjuist
is. De toedracht der zaak is deze
Het vorig jaar is door de gemeente eene rijks-subsidie
aangevraagd, om het tekort te kunnen dekken van /'7000,
Door het rijk is echter slechts /'5500,toegestaan en in
het desbetreffend schrijven deelde de minister mede, dat
de gemeente het te kort van /'1500,maar van de om
liggende gemeenten moest zien te krijgen.
De school is te klein, zoodat uitbreiding noodzakelijk is,
doch alleen ter wille van de buitenleerlingen. Ongeveer
de helft van het aantal leeringen komt van buiten.
De fondsen uit het legaat-van Cooth zijn echter ruim
schoots voldoende, om te voorzien in de behoefte van het
onderwijs van onze eigen leerlingen. Het tekort, hetwelk
niet door rijks- of provinciale bijdrage kan gedekt worden,
moet men dus op andere wijze zien te dekken.
Met de wegzending van buitenlecrlingen is niet gedreigd.
Daarover hebben burgemeester en wethouders niet te
beslissendat moet de raad doen. Dat het echter zoover
komen kan, is vrij zeker. Het gaat toch niet aan, dat de
Bredasche belastingschuldigen betalen voor de buiten
leerlingen.
Ook aan de provinciale staten is eene vaste subsidie
gevraagd van f2000,minstens. Tot dusver gaf de pro
vincie 50 °/0 in het tekort tot een maximun van f 2000,
Men zal dus den loop der zaken moeten afwachten. Van
enkele gemeentebesturen zijn reeds berichten ingekomen
Gilze o. a. zegt, dat hare leerlingen evengoed naar Tilburg
kunnen gaan. Prinsenliage erkent de billijkheid van ons
verzoek. Kan echter geenc overeenstemming verkregen
worden, dan moeten de buitengemeenten zelf maar eene
ambachtsschool oprichten.
De heer SASSEN vraagt, of het tekort werkelijk 5000,—
bedraagt. Spreker meende, dat dit nu door de toegekende
rijkssubsidie ruimschoots gedekt werd.