250 10 Juli 1909.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
7. Proces-verbaal van de op 23 Juni j.l. gedane kasop-
neming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat de
boeken regelmatig zijn bijgehouden en het onderzoek der
registers en bescheiden tot geene opmerkingen heeft aan
leiding gegeven, terwijl de ontvangsten hebben bedragen
over 1908 ƒ855 499,093 en over 1909 ƒ289 249,19, samen
ƒ1 144 748,283, en de uitgaven over 1908 ƒ830 425,095 en
over 1909 ƒ254 230,06, samen ƒ1084 655,755, zoodat der
halve in kas moest zijn een bedrag van ƒ60 092,53. Ten
kantore van den ontvanger is aanwezig bevonden een
bedrag van ƒ58005,28, welk bedrag met het saldo, bij de
Amsterdamsche Bank aanwezig ter betaling van coupons
en uitgelote obligatiën, ad ƒ2087,25, overeenstemt met het
hiervoor genoemde saldo.
De voorzitter stelt voor, dit proces-verbaal voor
kennisgeving aan te nemen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
8. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
d.d. 3 Juni 1909, Ag. n°. 5, daarbij, onder overlegging van
een voorstel van de commissie van toezicht op het middel
baar onderwijs en van het bericht van den inspecteur van
het middelbaar onderwijs, in overweging gevende met
ingang van het cursusjaar 19091910 (1 October 1909)
definitief te benoemen tot leeraren aan de gemeente-
teekenschool alhier de tijdelijke leeraren F. de Zwart,
C. Booij, L. A. van Dijk en C. A. van Oijen.
Zonder bedenking wordt gemeld voorstel goed
gekeurd.