10 Juli 1009. door den architect bij brand te verleenen en daartoe zal zeer zeker behooren de tegenwoordigheid bij brand. Zonder verdere bedenking wordt alsnu de voor gestelde wijziging goedgekeurd. 10. Schrijven van burgemeester en wethouders, d.d. 21 Juni 1909, Ag. n°. 4, daarbij ter goedkeuring aanbiedende de begrooting van het burgerlijk armbestuur dezer ge meente voor het dienstjaar 1910, vergezeld van cene memorie van toelichting. De voorzitter stelt voor, deze begrooting ter fine van onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en op verlangen van den raad, dat de voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig be noemd de heeren Fr. Smits, heijlaertsenteychiné. 11. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, daarbij ter goedkeuring aanbiedende een suppletoir kohier n°. 0 van aanwezige beerputten in den openbaren gemeen tegrond, opgemaakt krachtens art. 2 sub D van de ver ordening op de heffing van een recht voor het gebruik van openbaren gemeentegrond, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 November 1902, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 30 December 1902, n°. 61. Zonder bedenking wordt gemeld kohier vastge steld op een bedrag van /'0,50. 12. Adres van C. N. Jansen te Bredadaarbij ontheffing verzoekende van het bepaalde in art. 18 der bouwver ordening voor deze gemeente, met betrekking tot het bouwen eener hovenierswoning met stal op het perceel aan de Kloosterlaan, kadastraal bekend sectie B, no. 5729.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 252