256 10 Juli 1909. 15. Voorstel van burgemeester en wethouders, om den heer A. van Herk, leeraar in de wiskunde aan de hoogere burgerschool, met ingang van 1 September e.k. tevens te benoemen tot leeraar in de handelswetenschappen, luidende als volgt „Toen in 1905 de vijfde klasse der hoogere burgerschool „voor de eerste maal werd gesplitst, moest een deel van „het onderwijs in de aardrijkskunde, hetwelk door den heer „H. A. Rijkens gegeven werd, worden opgedragen aan den „heer A. van Herk, leeraar in de wiskunde aan gemelde „inrichting. „Ofschoon door deze regeling een onwettige toestand „werd geschapen, wijl de heer Van Herk niet in het bezit „is van de middelbare akte aardrijkskunde, heeft de inspec teur van het middelbaar onderwijs daarin toch berust, „daar gemelde leeraar tevens de akte van hoofdonderwijzer „bezit. „Deze welwillendheid van den inspecteur maakte de „kostbare benoeming van een tweeden docent in de aard rijkskunde onnoodig. „Nu de heer Van Herk in December j.l. de akte middel- „baar onderwijs boekhouden verkregen heeft, is besten diging van den hierboven genoemden onwettigen toestand „niet gewenscht. „Overeenkomstig het door de commissie van toezicht op „het middelbaar onderwijs aan ons gedane voorstel, hebben „wij de eer U mitsdien in overweging te geven den heer „A. van Herk met ingang van 1 September a.s. tevens te „benoemen tot leeraar in de handelswetenschappen aan de „hoogere burgerschool alhier. „Het ligt in de bedoeling om het onderwijs in boekhouden thans door den heer Rijkens gegeven op te dragen „aan den heer Van Herk, terwijl het onderwijs in aardrijks kunde dan weder geheel in handen komt van den heer Rijkens. „Blijkens het hierbij overgelegd schrijven van den heer „inspecteur van het middelbaar onderwijs kan deze zich „met de voorgestelde regeling geheel vereenigen".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 256