HU*»**"'
262 y?
10 Juli 1909.
richt zal gegeven worden. Bij een subsidie van ƒ200,
zou dit bedragen voor ieder kind '1 cent per uur. Spreker
zou er tevens de verplichting aan willen verbinden, dat
ook in een volgend jaar gelijke lessen zullen gegeven wor
den. In ieder geval geldt het slechts eene proefneming.
De heer DE BONT vereenigt zich met het prae-advies
van burgemeester en wethouders, en wel om de treurige
gevolgen, welke er uit dat spelletjes-leercn voor de inwo
ners voortvloeien. Op zich zelf beschouwd is het heel mooi,
als de jongens maar op het terrein bleven. Doch de spel
letjes worden gewoonlijk op straten en pleinen voortgezet,
hetgeen niet aanbevelenswaardig is en veelal leidt tot be
schadiging van gebouwen.
I)e heer VAN DEN BRINK meent, dat het argument
van straatschenderij hier maar al te zeer wordt uitgebuit.
De straatschenderij vindt haar grond hierin, dat het peil
van het lager onderwijs nog niet hoog genoeg staat. En
dit is voornamelijk het geval bij het bijzonder onderwijs.
De hoofden dier scholen moesten hunne leerlingen erop
wijzen, dat zij geen politieke personen, die anders denken
dan zij, mogen beleedigen.
Laat de gemeente zelf een speelterrein oprichten. Wat
zal het baten, als gedurende 2 maanden maar 18 -keurenf
zullen gegeven wordenSpreker zou dan ook gaarne de
toezegging ontvangen, dat de gemeente zelf een terrein
voor speelterrein zal inrichten.
De heer VERSCHRAAGE wijst erop, dat de subsidie
wordt gevraagd voor de inrichting, waarbij de heer Sieg-
mund zich dan verbindt, om daarvoor gratis een aantal
lessen te geven. Deze spelen dienen juist om het voetbal
spel en andere gevaarlijke spelen te weren. Spreker wenscht
dan ook subsidie te zien toegekend. Voor ƒ200,kan het
echter niet. Wanneer wordt toegegeven, dat de straat
schenderij dient te worden bestreden, dan moet men de
jongens ook van straat halen en hen gezonde spelen leeren
onder deskundige leiding.