10 Juli 1909. De voorzitter wenscht ook, dat voortaan schriftelijke rapporten zullen worden uitgebracht, zooals nog onlangs is geschied met de bank van leening. De heer HEIJLAERTS acht schriftelijke rapporten niet noodig, als er geene bedenkingen gerezen zijn. De voorzitter zegt, dat dit alsdan evengoed schrif telijk kan worden medegedeeld. De heer MEEUWESEN geeft zijne bevreemding erover te kennen, dat bij de eerste de beste opmerking, welke er gemaakt wordt, een storm van verontwaardiging is opgegaan. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit een gevolg is van de omstandigheid, dat rapport wordt uitgebracht, hetwelk later blijkt het gevoelen te zijn van de minderheid der commissie, zonder dat de andere leden daarvan op de hoogte waren. Spreker stelt alsnu voor, de onderwerpelijke rekening goed te keuren. Zonder bedenking wordt dienovereenkomstig besloten, bedragende gemelde rekening in ontvang f 11 977,86 en in uitgaaf 11 492,41, sluitende alzoo met een batig slot van 485,45. 3. De voorzitter wenscht thans te antwoorden op de door den heer Meeuwesen in de vorige vergadering gestelde vragen in zake de openbare meisjesschool, luidende: 1°. Zijn de leerkrachten voldoende en zoo doelmatig verdeeld, dat aan het onderwijs, door de vorming van te groote klassen, geen schade wordt toegebracht, en 2°. beantwoorden de lokalen dier school aan de eischen voor eene hygiënisch ingerichte school Wat de eerste vraag betreft, deelt spreker mede, dat de school 95 leerlingen telt, verdeeld over 4 klassen De eerste klasse bevat 45 leerlingen, waarvan 30 uit Llrccla en 15 van buiten, de tweede klasse 28, waarvan 13

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 272