-10 Juli 1909. Voor die nieuwe onderwijzeres krijgt de gemeente toch ook de gewone rijkssubsidie. Bij splitsing kunnen de loka len vallen binnen de limiten, bij de wet gesteld, zoodat met geringe opoffering der gemeente een goede toestand in het leven kan geroepen worden. Spreker acht het niet wenschelijk de kwestie op te los sen, door de buitenleerlingen te weren. De omliggende bewoners brengen toch een zeker voordeel aan Breda en die zou men hierdoor van zich afstooten. De heer ROMBOUTS constateert, dat de raad bij de oprichting der school het besluit nam eene meisjesschool te bouwen van 4 klassen, gelijkloopende met de vier hoogste klassen van de eerste openbare school. Juffrouw Pijpers heeft er echter eene zesklassige van gemaakt. Spreker moet den heer Meeuwesen doen opmerken, dat de gemeente voor die nieuwe onderwijzeres niet de mini mum-jaarwedde als rijkssubsidie geniet, doch slechts ƒ310, daar het eene onderwijzeres is boven het verplicht getal. Het zon dus voor de gemeente een groote schadepost worden. De 55 Bredasche leerlingen hebben reeds 4 onder wijzeressen. De schoollokalen zijn over 't algemeen vrij goed, doch gaat men de lokalen splitsen, dan krijgt men een slechte- ren toestand. Wil men eene zesklassige school, dan moet men het goed doen, doch de tegenwoordige school is niet voor dat doel ingericht. De school is opgericht om de vier klassen gelijkvormig te maken aan de vier hoogste klassen der school van den heer Tack. Laat ons wachten, zegt spreker, totdat de tijd rijp is voor het bouwen van een school met voortgezet uitgebreid lager onderwijs. Bij den Raad van State is reeds een wetsontwerp ingediend tot ver hooging van de subsidie voor scholen met meer uitgebreid lager onderwijs. En aan eene zoodanige school met lange- ren leertijd dan thans aan de eerste openbare school, be staat hier behoefte. En waar men reeds coëducatie toelaat op het gymnasium en de hoogere burgerschool, zou dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 274