7 Augustus 1909. Tegenwoordig de heeren A. J. A. VERSCHRAAGE, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS, A. C. BOM, J. A. H. VAN DEN BRINK, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCHEL- TUS, W. G. II. ROMBOUTS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPÈL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, jhr. mr. A. REIGERS MAN en J. J. L. TEYCIIINÉ. Afwezig de heeren J. A. J. W. VAN HAL, A. A. A. MEEUWESEN, F. A. M. J. SMITS, mr. P. M. J. E. BLOEMARTS en P. A. F. DE BONT. Voorzitter de heer mr. E. P.VAN LANSCHOT,burgemeester. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van het verhandelde in de vergadering van 10 Juli 1909, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. Spreker zegt, dat in het besluit in zake de ambachtsschool op pagina 277, regel 5 van boven, abusief is vermeld het cijfer 500,Dit moet zijn 1500,—." De heer VAN DEN BRINK zegt, dat op pagina 262, 14de regel van onder, abusief is vermeld het woord „les uren". Dit moet zijn „lessen".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 279