7 Augustus 1909.
„den gemeenteraad onvoldoende zijn cn onvolledig. Bovendien
„wordt voor de samenstelling van een eenigszins bevredi
gend z.g. synoptisch verslag cene kennis der Nederlandsche
„taal gevorderd, welke men wel mag veronderstellen bij
„een doctor in de Nederlandsche letteren of leeraar M, O.
„Nederlandsch, maar welke kennis te bezitten, niet kan
„gevorderd worden van een toevallig of willekeurig met
„dit werk belast ambtenaar ter sekretarie.
„(get.) J. A. II. VAN DEN BRINK."
8. Motie van het raadslid, den heer J. A. H. van den
Brink, waarbij de wenschelijkheid wordt uitgesproken om
van de voor den raad ingekomen adressen enz. onmiddel
lijk na hunne ontvangst een gchektografeerd exemplaar
aan elk der raadsleden te bezorgen, luidende als volgt
„Ondergeteekcnde J. A. H. van den Brink, lid van den
„raad der gemeente Breda, stelt voor de volgende motie
„De raad der gemeente Breda spreekt de wenschelijk^
,,heid uit, dat van de voor den raad ingekomen adressen,
„schriftelijk ingediende voorstellen van raadsleden, prae-
adviezen, ontwerp-verordeningen, besluiten en adressen
„aan burgemeester en wethouders onmiddellijk na hunne
„ontvangst of gercedkoming een gchektografeerd exemplaar
„aan elk der raadsleden worde bezorgd.
„Toelichting dezer motie.
„Tn de raadsvergadering van 10 Juli 1.1. werd bij punt 19
„eene tamelijk uitgebreide ontwerp-verordening voor de
„sekretarie, den concierge van het gemeentehuis cn de bo-
„den der gemeente ter goedkeuring aangeboden. Dit ont-
„werp was slechts van Maandag tevoren voor 21 raadsleden
„in één exemplaar ter inzage/op de leeskamer. Eveneens
,,de ontwerp-verordening, regelende de benoeming, schor-
„sing, ontslag en jaarwedden van het onderwijzend perso-
„neel aan de tcekenschool alhier, afgedaan, behoudens eenc
„wijziging door den minister van binnenlandsche zaken ver
langd, in de zitting van 30 Januari l.L Ook dit stuk was
J** /M'rt P/7. tzT'? {X?x ptj, v. a Q/vd f y',/V^
J?)e Jee>u?/lcLn*jL, 'fje
f
