290 ///U' 7 Augustus 1909. l i. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, in verband met de door de provinciale staten toegekende bijdrage ten behoeve der ambachtsschool alhier, ter vast stelling aanbiedende een ontwerp-besluit, regelende de toelating van buitenleerlingen tot die inrichting, zijnde dit schrijven van den volgenden inhoud „Hiermede hebben wij de eer te uwer kennis te brengen „het besluit der staten van Noord-Brabanthoudende vast stelling van de bijdrage uit de provinciale fondsen ten „behoeve der ambachtsschool voor de jaren 1908, 1909 en „1910. „Nu bij de behandeling van dat besluit is gebleken, dat „eene regeling van bijdragen door de omliggende gemeenten „voor die school, zooals ons steeds voor oogen stond, bij „de gedeputeerde staten geen bezwaar zal ontmoeten en „reeds verschillende gemeenten, zooals Prinsenhage, Ett.en en Leur, GeertruidenbergDinteloord en Rucphen, de ver langde bijdragen hebben toegezegd, achten wij het tijdstip „gekomen om over te gaan tot vaststelling van het hierbij „gevoegd ontwerp-besluit, dat aan de goedkeuring van de „gedeputeerde staten zal worden onderworpen. Daarmee „zal deze zaak zijn afgedaan. „Wij merken ten slotte nog op, dat dit besluit op het „verleenen van rijkssubsidie, blijkens de gevoerde corres pondentie met den minister van binnenlandsche zaken, van „geen invloed zal zijn. „Nu intusschen van uitbreiding der school in den loop „van dit jaar wegens het gevorderd seizoen niets meer kan „komen, verzoeken wij U ons te machtigen om den minister „voornoemd te berichten, dat het toegezegd rijkssubsidie „over '1909 niet kan worden aanvaard, doch dat de aanvrage „voor 1910 blijft gehandhaafd, een en ander onder mede- deeling van de omstandigheden, welke tot dezen loop van „zaken hebben geleid".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 290