7 Augustus 1909. 297 „voldoende wijze regelden, bracht ons er toe, om, nu door „het voorstel der commissie wijziging van het bestaande „noodig was, deze zaak geheel naar eisch te reglementeeren. „Met het voorstel der commissie, wat betreft de aanvangs- „en maxima-jaarwedden der ambtenaren konden wij ons „vereenigendit was niet het geval met het stelsel der „periodieke verhoogingen. „Wij achten meerdere kleinere periodieke verhoogingen „telkens na volbrachten korteren diensttijd dan drie jaren „meer aanbevelenswaardig vandaar dat ons voorstel in dit „opzicht afwijkt van dat der commissie. „Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt om den titel „van meesterknecht te wijzigen in dien van vaaltopzichter, „omdat de daarmee bedoelde ambtenaar blijkens zijne „belooning en zijn werkkring eene hoogere betrekking „bekleedt dan de opzichters. „Beide verordeningen bevatten uitteraard slechts enkele „grondbepalingen, welke van toepassing zijn op de werk lieden, omdat verder alles, wat hen betreft, geregeld dient „te worden in een in bewerking zijnd werklieden-reglement. „Daarin zal op de nu voorgestelde bepalingen moeten „worden voortgebouwd." Zonder bedenking worden gemelde verordenin gen eveneens goedgekeurd. 20. Adres van H. W. de Kanter, daarbij namens C. van Raak alhier vrijstelling verzoekende van de artikelen 14 en 18 der bouwverordening voor deze gemeente, met betrekking tot het bouwen van een woonhuis met paarden stallen en wagenloodsen op een terrein aan den Haagdijk, kadastraal bekend onder sectie A, n°. 5192. De voorzitter stelt voor, dit adres te stellen in handen van burgemeester en wethouders om prae-advies. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 297