30 Januari 1909. 29 Deze zullen door den gemeenteraad worden benoemd, antwoordt de voorzitter. Het betrokken artikel, benevens de artt. 13 en 14, worden hierop zonder bedenking goedgekeurd^ De heer VAN DEN BRINK wenscht een nieuw artikel aan de verordening toe te voegen, waarbij wordt bepaald, dat, wanneer iemand wordt veroordeeld en er nog geen twee jaar zijn verloopen sedert eene vroegere veroordeeling, zijn naam in de plaatselijke bladen zal worden bekend gemaakt. Nu kan worden toegegeven, dat dit eene louter administratieve bepaling is, doch zij wordt ook aangetroffen in de verordening van het Haagsche bureau. De voorzitter heeft niets tegen eene dergelijke bepaling. Spreker vindt het zelfs een zeer goeden maatregel, doch moet bezwaar maken daarvan in deze verordening melding te maken. Bij de instructiën, welke later nog door den raad moeten worden vastgesteld, kan een en ander geregeld worden. Art. 15 wordt hierop goedgekeurd, waarna de geheele verordening zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld. 18. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter vaststelling aanbiedende het ontwerp eener verordening tot wijziging van de algemeene politie-verordening voor deze gemeente, luidende gemeld schrijven als volgt „Wij hebben de eer U hierbij ter goedkeuring aan te „bieden het ontwerp eener verordening tot wijziging van „de algemeene politie-verordening voor deze gemeente, „overeenkomstig de voorstellen, ons door de commissie „voor de strafverordeningen gedaan. „Ofschoon verschillende wijzigingen, naar onze meening, „geene toelichting behoeven, achten wij het niet ondienstig „op enkele punten toch uwe aandacht te vestigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 29