2 lyL 30 Januari 1909. „tot verwezenlijking moge komen tot vreugde van het „Koninklijk gezin en tot heil van het vaderland, dat zoozeer „aan het Huis van Oranje is gehecht." De vergadering betuigt hare instemming met het gespro kene. De voorzitter vervolgt„Thans met een enkel woord „in herinnering brengende, hetgeen door den raad in het „afgeloopen jaar is verricht, wensch ik allereerst te wijzen „op de nieuwe verordening op den hoofdelijken omslag, „die eene billijke verdeeling van lasten brengt; op de „salarisregeling der onderwijzers, waarbij Breda eene ver gelijking met andere plaatsen veilig kan doorstaan, en op „de invoering van het drieploegenstelsel aan de gasfabriek, „waardoor de positie der werklieden aanmerkelijk is ver beterd. Verder is een begin van uitvoering gegeven aan „de verbetering en uitbreiding van het onderwijs aan de „teekenschool en de ambachtsschoolde onteigening, in „het belang der volkshuisvesting, van verschillende wonin- „gen aan het Nonnenveld is voltooid; tot eene onteigening „ten behoeve der vereeniging „Volkshuisvesting" voor het „stichten van arbeiderswoningen en waarvoor tevens eene „subsidie werd aangevraagd, is besloten, terwijl eindelijk „nog besloten is tot de invoering van een keuringsdienst „voor voedingsmiddelen en gebruiksartikelen. „Dit alles heeft van den raad, niet alleen in openbare „zittingen, maar ook in de commissiën groote inspanning „vereischt. „Op den geest van samenwerking, welke ik gedurende „het afgeloopen jaar zoozeer heb mogen waardeeren, doe „ik thans wederom een beroep en ik twijfel niet, of de „arbeid van den raad zal strekken tot zegen van Breda". De vergadering betuigt andermaal hare instemming met het gesprokene door den voorzitter. De heer HEIJLAERTS meent de tolk te zijn van den geheelen raad, wanneer hij den voorzitter de toezegging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 2