7 Augustus 4909. 307 waar de bekende hygiënische voorzorgen ontbreken. Ge vallen van waargenomen groote onzindelijkheid brengemen op bovenvermelde wijze onmiddellijk ter kennis van den keurmeester-monsternemer. Be directeur van den keuringsdienst, A. VERWEY. Breda, 21 Juli 1909. 3. De heer VAN DEN BRINK, alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, wijst erop, dat in de plaatselijke bladen klachten zijn geuit over de regeling van den verkoop van visch aan de vischmarkt en over het onhebbelijk geroep, dat tijdens den afslag zou plaats hebben. Spreker vraagt, of die klachten ook doorgedrongen zijn tot de bevoegde autoriteiten en of maatregelen genomen zijn, om aan die klachten tegemoet te komen. Verder zegt spreker, dat volgens bericht in de plaatse lijke bladen hier ter stede is tot stand gekomen een werk- loozenfonds, uitgaande van R. K. vereenigingen. In liet Volk wordt geschreven, dat deze vereeniging wellicht bij de gemeente om subsidie zal komen aankloppen. In October j.l. is echter bij den raad een verzoekschrift ingekomen van den Bredaschen bestuurdersbond, om invoe ring van het Gentsche stelsel, welk verzoek om prae-advics verzonden is aan burgemeester en wethouders. Spreker vraagt, of dit prae-advies spoedig kan worden tegemoet gezien. De voorzitter antwoordt hierop, dat burgemeester en wethouders, wat de eerste vraag betreft, de klacht zullen onderzoeken. De heer STAAL, in zijne hoedanigheid van commissaris der vischmarkt, zegt, dat hij heeft kennis genomen van de ingezonden stukken in de plaatselijke bladen. Wat betreft de klacht, dat de visch al te dikwijls van hand tot hand zou gaan, deze noemt spreker erg overdreven. En wat het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 307