308 7 Augustus 1909. roepen betreft, dat hoort er zoo wat bij. Het zou er anders een saaie boel zijn. In ieder geval geschiedt het roepen niet in overdreven mate en wordt de vischmarkt er geens zins door geschaad. De voorzitter antwoordt op de tweede vraag van den heer Van den Brink, dat hij thans nog geene toezeg ging kan doen, wanneer dit punt aan de orde zal komen. Er zijn nog tal van andere en meer urgente zaken, die op afdoening wachten, o. a. de electrische tram en het rapport Sparrius. Te zijner tijd zullen burgemeester en wethouders aan het betrokken adres echter de noodige aandacht schenken. De heer VAN DEN BRINK dankt voor de verstrekte inlichtingen. De voorzitter sluit alsnu de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 308