7 September 1909. f 311 De voorzitter deelt mede, dat is ingekomen een schrijven van den heer Meeuwesen, berichtende, dat hij verhinderd is deze vergadering bij te wonen. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Schrijven van burgemeester en wethouders, houdende uitnoodiging, om te willen overgaan tot de benoeming van een wethouder, ter voorziening in de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding als raadslid van den heer A. I'. Scheltus. Wordt overgegaan tot stemming. Er worden ingeleverd 18 stembriefjes, die alle blijken den naam te bevatten van den heer Scheltus. Zoodat de heer A. P. Scheltus opnieuw is be noemd tot wethouder dezer gemeente. Op eene desbetreffende vraag des voorzitters, ver klaart de heer Scheltus zich bereid deze benoeming we derom aan te nemen en wenscht hij tevens van deze gelegenheid gebruik te maken, om aan ieder der leden dank te zeggen voor het vertrouwen in hem gesteld. De voorzitter wcnscht den heer Scheltus geluk met zijne herbenoeming tot wethouder en meent daarmede tevens het dagclijksch bestuur zelf te mogen felici eeren. Met dagclijksch bestuur werkt aangenaam samen, ook al is er wel eens eenig meeningsverschil. Door die goede verstandhouding toch kan veel goeds voor de gemeente Breda tot stand komen. Spreker doet een beroep op de opgewektheid, waarmede de heer Scheltus steeds aan de werkzaamheden van het dagelijksch bestuur heeft deel genomen en beveelt zich in diens welwillendheid aan. 2. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord- Brabanld.d. 21 Augustus 1909, G, n°. 75, daarbij namens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 311