Q 3ó f 9 September 1909. Tegenwoordig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS, P. A. F. DE BONT, J. A. H. VAN DEN BRINK, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, mr. W. INGENHOUSZ, A. P. SCIIELTUS, W. G. H. ROM- BOUTS, jhr. mr. A. REIGERSMAN, A. A. A. MEEUWESEN, F. A. M. J. SMITS, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F. SMITS en A. C. BOM. Afwezig de heeren J. A. J. W. VAN HAL, A. J. A. VERSCHRAAGE en J. J. L. TEYCHINÉ. Voorzitter de heer mr. E. P.VAN LANSCHOT,burgemeester. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat is ingekomen een schrijven van den heer Verschraage, berichtende, dat hij wegens uitstedigheid verhinderd is deze vergadering bij te wonen. De voorzitter zegt, dat de notulen van het ver handelde in de vergadering van 7 September j.l. nog in bewerking zijn en stelt mitsdien voor de vaststelling daarvan aan te houden tot eene volgende vergadering. Dienovereenkomstig wordt besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 331