9 September 1909. 339 „de resultaten bepaalt naar het economisch beginsel van „winst en verlies, het motief voor de scheiding vervalt". Er werd misschien verwacht, dat de heer Sparrius ook iets over het technisch gedeelte van het bedrijf zou gezegd hebben, wijl dit bedrijf zeer nauw samenhangt met het financieel bedrijf. Dat de heer Sparrius dit niet gedaan heeft, is te begrijpen, wijl hij alleen de boekhouding had na te gaan en eene technische beoordeeling niet tot zijn werkkring behoort. Spreker is het eens met den heer Van Keppel, die indertijd gezegd heeft, dat eerst de commercieele boekhouding diende te worden geregeld, dan zou later het technisch bedrijf van zelf volgen, wijl men dan zien kan, wat eraan hapert. Wat nu de boekhouding betreft, meent spreker goed te doen, door erop te wijzen, wat die boekhouding tot nu toe was en wat ze worden zal. Tot dusver wordt hier gevoerd de zoogenaamde kas boekhouding. Spreker releveert, wat de heer Sparrius hiervan zegt en wat onder eene zoodanige boekhouding is te verstaan. Anders is het met de commercieele boekhouding. Men moet de uitdrukking commercieel echter niet al te eng opnemen. Zij werd meermalen verkeerd opgevat, wanneer raadsleden de invoering van zoodanige boekhou ding bepleitten, terwijl burgemeester en wethouders daarop antwoordden, dat zoodanige boekhouding reeds was inge voerd. In plaats van commercieele boekhouding zou men beter kunnen spreken van eene economische boekhouding, om dat zij, naast een nauwkeurig overzicht van de bedrijfs resultaten, aangeeft den kostenden prijs der gefabriceerde goederen. Men zou haar dus ook kunnen noemen kost prijsboekhouding. Deze boekhouding is voor het gas- en waterleidingsbedrijf het meest gewenschte systeem en is in de laatste jaren, vooral in de Hollandschc provinciën, meer en meer in zwang gekomen. Eene zoodanige boekhouding wordt ook thans voorgesteld in het rapport-SpARRius.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 339