30 Januari 1909.
33
De heer SASSEN zegt, dat hem uit het begeleidend
schrijven is gebleken, dat de commissie heeft gemeend
niet te moeten ingaan op zijn voorstel in zake verbodsbe
palingen tot het tegengaan van de vermomde bedelarij.
Spreker wenscht alleen te beletten het venten met zooge
naamde kleine artikelen. De bewering, dat dergelijke
verbodsbepalingen niet te handhaven zouden zijn, deelt
spreker niet. Wat op andere plaatsen mogelijk is, kan ook
hier geschieden. Breda wordt het dorado voor bedelaars.
De heer mr. W. INGENHOUSZ vraagt, of de heer Sassen
dan eene zoodanige redactie wil aangeven, welke eene
behoorlijke handhaving der verbodsbepaling mogelijk maakt.
De heer SASSEN wil hier alleen op antwoorden, dat
ook in naburige plaatsen dergelijke verordeningen bestaan.
Destijds is door spreker gewezen op de bepalingen, voor
komende in de Tilburgsche politie-verordening.
Alsnu stelt de voorzitter voor de algemeene politie
verordening, met inachtneming der goedgekeurde wijzigin
gen en aanvullingen, opnieuw vast te stellen, met nieuwe
nummering van hoofdstukken en artikelen, en de inwerking
treding daarvan te bepalen op 1 April a. s.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
19. Adres van het comité voor een te organiseeren
tentoonstelling van huisvlijt voor Breda en omstreken, ver
zoekende eene subsidie ten behoeve dier tentoonstelling.
Bij dit adres is gevoegd een prae-advies van burge
meester en wethouders, strekkende om de gevraagde
subsidie van f 150,te verleenen, onder bepaling, dat
een verslag van den omvang en het verloop der tentoon
stelling binnen drie maanden na de sluiting door het comité
aan den raad zal worden ingezonden.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-
advies kan vereenigen.