9 September 1909.
343
De heer DE BONT zal niet uitweiden over de verschil
lende cijfers, omdat de hoofdzaak, waar het om te doen is, de
adrtiinistratie zelve betreft. En nu moet spreker verklaren,
dat de boekhouding, zooals die door den heer Sparrius
wordt voorgesteld, hem zeer ingewikkeld voorkomt. Spre
ker heeft daarover een accountant geraadpleegd, doch dit
maakte hem ook al niet veel wijzer. Bij de inrichting der
boekhouding voor zijne fabriek, werd door den accountant
op den voorgrond gesteld, dat, hoe eenvoudiger de boek
houding is, des te minder kans er bestaat, om fouten te
maken Spreker meent, dat dezelfde boekhouding, welke
op zijne fabriek gevoerd wordt en tot een der beste kan
gerekend worden, ook gevolgd wordt bij de firma Ingen-
Housz. Spreker vindt het daarom gewaagd, om enkel af
te gaan op het rapport van den heer Sparrius en zou
gaarne nog het advies van een anderen deskundige willen
inwinnen.
De heer Fr. SMITS zegt, dat hij, na het rapport-
Sparrius te hebben bestudeerd, enkele bemerkingen daarop
heeft doen toekomen aan den voorzitter. Spreker meent
hieruit te moeten afleiden, dat de clausule in het prae-
advies van burgemeester en wethouders voorkomende, dat
verschil van gevoelen over sommige punten wel steeds zal
blijven, met die opmerkingen in verband staat.
Door deze regeling is spreker niet geheel en al voldaan,
wijl hij van oordeel is, dat de heer Sparrius verder had
kunnen en moeten gaan.
Na kennisneming van de verschillende bescheiden op
deze zaak betrekking hebbende, wil spreker zich echter
neerleggen bij het voorstel van burgemeester en wethou
ders, te meer, nu daarbij in uitzicht is gesteld, dat alsnog de
verbeteringen zullen worden aangebracht, welke noodig of
nuttig kunnen blijken. Spreker vertrouwt, dat daarvoor
geen drie jaar meer zal noodig zijn. Hij heeft gemeend
dit in het midden te moeten brengen om zijne stem te
motiveeren, al is hij het dan ook niet geheel met burge
meester en wethouders eens.