340
9 September 1909.
„had om die voorwaarden te ontwerpen en daarvoor derhalve
„met de concessionarissen overleg te plegen, oprechten
„dank te brengen voor de vele moeite, welke zij zich heeft
„willen getroosten voor het belangrijk stuk werk, dat in den
„vorm van rapport met concept-voorwaarden ter tafel is.
„Wij mogen het U echter niet verhelen, dat het ons wil
„voorkomen, dat die voorwaarden bij ongewijzigde vast
stelling niet zullen zijn de voorwaarden der gevraagde en
„verleende concessie, maar dat die, hoewel onwillekeurig,
„in het leven roepen eene geheel nieuwe concessie, welke
„niet gevraagd, noch voorloopig verleend is.
„Tot staving dier meening verwijzen wij beleefd naar de
„ondcrwerpelijke aanvraag, de gedrukte nptulen jaargang
„1907, pagina 115 en volgende en de artt. 1, 5 en 32 der
„voorliggende voorwaarden.
„Daarenboven mag o. i. de beschikking, welke de gc-
„meente intusschen heeft verkregen over de Baronielaan,
„niet uit het oog worden verloren bij de behandeling van
„dit punt, en wij achten het noodzakelijk, dat met betrek-
„king tot deze concessie op den zooevcn genoemden weg
„niets worde beslist.
„De voorwaarden zelf achten wij op meer dan één punt
„voor de gemeente onaannemelijk, doch nu uwe vergadering
„eenmaal besloten heeft eene voorloopige concessie te ver-
„leenen, gevoelen wij ons verplicht om te trachten de
„definitieve concessie te omringen met voorwaarden, die
„de gemeente in de toekomst ten minste kunnen vrijwaren
„voor schadelijke en onaangename gevolgen, welke iedere
„concessie onvermijdelijk met zich brengt.
„Uit dien hoofde geven wij U ernstig in overweging om
„in de door de commissie ontworden voorwaarden de wij
zigingen te brengen, welke daarbij met rood zijn aange
geven. Wij nemen aan. dat het U niet moeielijk kan vallen
„het doel te vatten, dat bij elk der wijzigingen in het bij-
Zonder ons heeft voor oogen gestaan, zoodat wij ons van
„nadere toelichting dier wijzigingen meenen te kunnen
„onthouden."
