rf It fay** 352 9 September 1909. dat zij zoodanige voorwaarden aan de concessie wenschen te verbinden, dat de gemeente daardoor later geen blok aan het been kan bekomen. Zij zou jaarlijks voor een groote schadepost kunnen komen te staan, hetgeen ver meden moet worden. Er is hier eene concessie gevraagd, die door ieder des kundige wordt geoordeeld niet rendabel te kunnen zijn. Er dienen dus bepalingen te worden gesteld, welke eene behoorlijke exploitatie waarborgen. Dat is geen obstructie, maar het waken voor het welbegrepen belang der gemeente, wanneer die zal komen te staan voor eene eventueele déconfiture eener nict-kapitaalkrachtige maatschappij. Men kan thans moeielijk terugkomen op een vroeger genomen raadsbesluit. Ware spreker in 1907 raadslid ge weest, dan zou hij gestemd hebben tegen het verleenen dezer concessie. Nu deze er echter is, zal hij stemmen voor de voorwaarden, mits met belangrijke verscherpingen. De heer Fk. SMITS behoort tot hen, die nog geen lid van den raad waren, toen deze concessie in 1907 werd verleend. Spreker is het eens met den heer Meeuwesen, dat die concessie niet had mogen verleend worden. Het is eene immoreele daad eene concessie te verleenen, als men te voren weet, dat de concessionaris zijn ondergang te gemoet gaat. Spreker is in het algemeen/voorstander van gemeente- exploitatie, doch is voor centralisatie, wanneer daarvan eenig gunstig resultaat te wachten is. In dien zin beschouwt spreker de aanhangige plannen tot oprichting eener pro vinciale centrale, ofwel eener centrale, die stroom zou leveren aan de omstreken. Wijl spreker voorziet, dat er nog altijd eenige kans bestaat, dat de concessionarissen de voorwaarden zullen aannemen, acht hij verscherpende bepalingen noodzakelijk en hoopt daarop bij de behandeling der verschillende artikelen terug te komen. Reeds thans wil spreker mede- deelen, dat hij zich niet kan vereenigen met het artikel, 'W-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 352