9 September 1909.
355
stadsgedeelte in 1913 niet zonder tram geraakt. Men heeft
een offer gebracht en dat lijntje prijs gegeven, omdat
daartegenover kwam te staan de belangrijke lijn Bink-
Haagpoort.
Het lijntje KarrestraatGasstraat —station is slechts bij
toeval tot stand gekomen. Indien de Ginnekentram indertijd
de lijn op den Boulevard had willen leggen, zou er nooit
sprake zijn geweest van eerstbedoelde lijn. I)e commissie
gaf dan ook de voorkeur aan de lijn Bink—Haagpoort,
waarbij het behoud van de lijn Karrestraat - station, in
verband met den dienst, onuitvoerbaar bleek.
Spreker onderschrijft verder het bezwaar van den heer
Van Keppel en vreest, dat men in 1913 zonder tram zal
geraken. Daarom zou hij deze zaak met beide handen
aangrijpen. In hoever de onderneming winstgevend kan zijn,
staat niet ter beoordceling van den raad. Het kan eene
combinatie zijn met fabrieken. Nu de concessie er eenmaal
is, moet men trachten de concessionarissen door aanneme
lijke voorwaarden te winnen.
De heer MEEUWESEN meent, dat de heer Sassen te
veel generaliseert. De commissie wordt niet vermoord.
Straks bij de behandeling van de verschillende artikelen
zal blijken, dat de voorgestelde wijzigingen zeer rationeel
zijn. Nu kan de mogelijkheid wel bestaan, dat de concessie
dientengevolge niet wordt aanvaard, doch de gemeente
moet voor hare belangen waken. Respectabele mcnschen
kunnen ook een sprong in het duster doen en de conces
sie overdragen aan eene maatschappij, die niet kapitaal
krachtig genoeg is.
Er kan worden bijgevoegd: „behoudens goedkeuring van
den raad", onderbreekt de heer SASSEN.
De heer MEEUWESEN voortgaande, acht het wel mo
gelijk, dat er geen concessie-aanvragen voor eene clcctrischc
tram meer zullen gedaan worden. Eene dergelijke exploi
tatie is ook niet rendabel. Het electrisch bedrijf moet ge-