9 September 1909. willen zien aan de goedkeuring niet van burgemeester en wethouders, maar van den gemeenteraad. De heer VAN DEN BRINK heeft geen bezwaar tegen deze wijziging. Het aldus gewijzigde voorstel van den heer VAN DEN BRINK, voldoende ondersteund, wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 14 tegen 4 stemmen. Vóór stemden de heeren Bloemarts, De Bont, Van den Brink, Slechtriem, Staal, Lijdsman, J. M. IngenHousz, mr. W. IngenHousz, Scheltus, Reigersman, Meeuwesen, Fr. Smits, Heijlaf.rts en A. F. Smits. Tegen waren de heeren Van Keppel, Sassen, Rombouts en Bom. Het gewijzigde artikel 28n wordt hierop goedgekeurd en eveneens de artikelen 29 en 30. Aan de orde is de wijziging van de 2(,° zinsnede van artikel 31. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders deze wijziging noodzakelijk achten, omdat bij mogelijke naasting de centrale ook onmiddellijk voor de levering van kracht en licht aan particulieren moet dienstbaar gemaakt worden. Deze wijziging wordt hierop goedgekeurd. De heer MEEUWESEN vraagt, of thans de 4(l° alinea van dit artikel, waarin sprake is van de bouwrekening, niet behoort te vervallen. De heer J. M. INGENHOUSZ zegt, dat deze zinsnede wel kan behouden blijven, ofschoon die bepaling geen effect meer zal hebben. Zij kan echter als middel van controle blijven bestaan. In de 9Je alinea zal evenwel de door bur-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 364