9 October 1909. 381 „bruggelden, enz. Bij eene doeltreffende regeling zal dit „alles wel eenige vermeerdering van werkzaamheden ver oorzaken, maar behoeft daarom nog geenszins tot ver meerdering van het getal gemeente-ambtenaren te leiden. „De tegenwoordige deurwaarder en diens hulp zullen „die taak kunnen vervullen en een rang en eene instructie „kunnen erlangen overeenkomstig hun werkkring, wat aan „de gemeente in meer dan een opzicht moet ten goede „komen. „Het personeel van concierge en boden blijft ongewijzigd, „maar de regeling der belooningen wordt overgebracht „in deze verordening. „Ten aanzien van de eigenlijke secretarie-ambtenaren „wordt nog opgemerkt, dat het in de bedoeling ligt aan „het hoofd van iedere afdeeling te plaatsen een ambtenaar, „waarvan alleen die van het eerste bureau als plaatsver vanger van den secretaris den rang van hoofdcommies „zal bezitten en de drie anderen dien van commies zullen „behouden. Getracht moet worden gewenschte hoofdamb tenaren voor de gemeente te behouden, iets wat bij on voldoende vooruitzichten onmogelijk is en eene voortdu rende wisseling tengevolge heeft tot schade van de „administratie, waaraan hoe langer hoe zwaarder eischen „worden gesteld. „Met het voorgesteld personeel tot bijstand van de hoof- „den der afdeelingen zal, zoolang geene belangrijke uitbrei ding der werkzaamheden plaats heeft, onder de nieuwe „organisatie nog gcruimen tijd aan alle eischen kunnen „worden voldaan en wanneer eenmaal de tijd voor uitbrei ding aanbreekt, zal die in ieder geval beperkt blijven tot „personeel van den laagsten rang. Om met het oog op de „in functie zijnde ambtenaren den tegenwoordigen toestand „te wettigen en een geleidelijken overgang tot de nieuwe „organisatie mogelijk te maken, is punt b van artikel 1 „der verordening geredigeerd, zooals wordt voorgesteld. „Thans zijn behalve den hoofdcommies werkzaam vijf „commiezen, een klerk, een tijdelijk ambtenaar en twee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 381