38 4 9 October 1909. „schen Bond van gemeente-ambtenaren, en de gevolgen „voor de gemeente zijn neergelegd in den mede hierbij „overgelegden staat met den tegenwoordigen en den „komenden toestand. „Uit een en ander zal blijken, dat de regeling werkelijk „bevredigend kan heeten voor de ambtenaren en dat „noemenswaardige verzwaring van lasten eerst na meerdere „jaren voor de gemeente intreedt. „Meer in het bijzonder dient nog vermelding, dat eenige „verhooging van jaarwedde voor den controleur (thans „deurwaarder) der belastingen wegens uitbreiding en ver andering van werkzaamheden alle aanbeveling verdient en „dat de bclooning van den concierge van het gemeentehuis „in vergelijking met die der boden, mede met het oog op „evcntueele uitbreiding der localiteiten, hooger behoort te „zijn dan thans het geval is. „Het tweede lid van artikel 4 der verordening regelt de „uitbetaling der jaarwedden, ingeval van opkomst onder de „wapenen wegens herhalingsoefeningen en openbare orde verstoring. „De artikelen 9, 4 eerste en derde lid, 5, 6 en 7 behoeven „geene toelichting, daar zij voor zich zelf spreken. „Door de indiening dezer verordening achten wij ons „ontslagen van den plicht tot het dienen van prae-advies „op het adres van het bestuur van den Nederlandschen „Bond van gemeente-ambtenaren, om verbetering der „salarissen van het secretarie-personeel, hetwelk met dat „doel bij een uwer jongste besluiten in onze handen werd „gesteld. „Ten slotte wenschen wij U mede te deelen, dat door ons ten aanzien van het secretarie-personeel nog de vol gende bepalingen zijn vastgesteld „1°. Op de gemeente-secretarie wordt niemand als „volontair toegelaten. „2°. In 't vervolg wordt niemand tot ambtenaar ter „secretarie benoemd, die niet in het bezit is van het diplo- „ma als candidaat-gemeente-secretaris of een ander daar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 384