6 November 1909.
Tegenwoordig de heeren mr. P. M. J. E. BLOEMARTS,
P. A. F. DE BONT, J. A. H. VAN DEN BRINK, W.
J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL,
H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, mr. W. INGENHOUSZ,
A. P. SCHELTUS, W. G. H. ROMBOUTS, jhr. mr. A.
REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, A. A. A. MEEUWESEN,
F. A. M. J. SMITS, F. J. M. HEIJLAERTS, A. F.SMITS,
A, C. BOM en J. M. INGENHOUSZ.
Afwezig de heeren J. A. J. W. VAN HAL en A. J. A.
VERSCHRAAGE.
Voorzitter de heer mr. E. P.VAN LANSCHOT,burgemeester.
De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de
notulen van het verhandelde in de vergadering van 9
October 1909, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8
van het reglement van orde voor den gemeenteraad, ter
inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien
in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of een der leden
voorlezing verlangt of eenige ^bemerkingen daartegen in
het midden heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen
van voormelde vergadering goedgekeurd en vast
gesteld.
Alsnu stelt de voorzitter aan de orde