6 November 1909. 403 Na heropening der vergadering stelt de voorzitter aan de orde 12. Behandeling der gemeente-begrooting voor het dienst jaar 1910, in verband met het rapport der afdeelingen, betreffende het onderzoek dier begrooting en de memorie van beantwoording van burgemeester en wethouders, te beginnen met de Algemeene beschouwingen. AFDEELING II. „Bij den aanvang der besprekingen werd de opmerking „gemaakt, dat het inlasschen van blanco vellen papier „tusschen de verschillende folio's der begrooting van groot „nut is en wordt algemeen de wensch te kennen gegeven, „deze in eene volgende begrooting als voorheen „weer aan te treffen." Antwoord: „Aan het hier uitgedrukt verlangen zal in het vervolg „gaarne worden voldaan." AFDEELING III. „Alle leden wenschten vaststelling van een minimum-loon „voor arbeiders in dienst der gemeente. Alle leden be binden de begrooting niet zoo duidelijk in indeeling en „toelichting als zulks voor raadsleden, welke de samen stelling niet hebben medegemaakt, wel wenschelijk zoude „zijn. Zoo had men mogen hopen een duidelijken sluitpost „aan te treffen, een winst- of verlies-saldo aanwijzende, „welke de totalen van inkomsten en uitgaven zouden doen „sluiten. Waar zulks op het totale bedrag van gewone en „buitengewone uitgaven te zamen ongetwijfeld een belang rijke verliespost zoude zijn, behoort dit verliessaldo te „meer duidelijk op den voorgrond te treden, omdat onder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 403