6 November 1909.
421
AFDEELING I.
Hoofdstuk I, artikel 9, volgnummers 78 81.
Jaarwedden der ambtenaren van politie.
„In aanmerking nemende de grootere uitgebreidheid,
„welke de gemeente steeds krijgt en gehoord hebbende,
„dat, na aftrek van voor noodzakelijke speciale diensten
„bestemde en van zieke agenten van politie, er slechts
„beschikt kan worden over twaalf agenten voor dag- en
„twaalf voor nachtdienst, achten alle leden dezer afdeeling
„het beslist noodig, dat het corps politie-agenten worde
„uitgebreid, daarbij de wenschelijkheld uitsprekende, dat
„bedoelde uitbreiding geschiede op zoodanige wijze en over
„zoovele jaren verdeeld, dat, zoo mogelijk, hoogere belas
tingdruk worde vermeden."
Antwoord:
„De meerderheid van ons college vereenigt zich in het
„algemeen met de uitbreiding van het politiecorps, en het
„door den voorzitter daartoe bij ons ingediende voorstel
„zal daarom in den loop van dit jaar in behandeling komen."
Hoofdstuk I, artikel 12, volgnummer 88.
Bijzondere uitgaven voor den dienst der politie, ter beschikking
van den burgemeester.
„Alle leden beamen de noodzakelijkheid, om dezen post
„met f 175,dus tot f 500,te verhoogen en wel om
„reden bij de nieuwe verordening op de brandweer ver
ruimd is rekening te houden met de premie van f 6,—,
„welke tot dusverre steeds aan de politie werd toegekend
,,voor het verleenen van hulp bij brand. Daar de dienst
regeling der politie medebrengt, dat zij immer het eerst
,,op de plaats van den brand aanwezig is en zoodoende
„het eerst hulp verleent, achten alle leden de uitkeering
„dezer toelage billijk en gewenscht."
