u 426 6 November 1909. ,,gedac:htengang wordt het aanschaffen van eene verplaats bare muziektent overbodig en kan deze post in de be- „grooting vervallen." Antwoord: „Beleefd verwijzen wij hier naar het volgend antwoord, „dat hetzelfde onderwerp betreft." AFDEELING III. „Eenige leden wenschen de bestaande muziektent ver plaatsbaar te maken en deze dan 2- of 3-maal in het „seizoen te verplaatsen en daarvoor te begrooten f 200, Antwoord: „Het wil ons voorkomen, dat de bestaande muziektent „totaal ongeschikt is, om er eene verplaatsbare van te „maken, zooals wij ons die voorstellen. Wij zouden eene „tent niet 2- of 3-maal in het seizoen willen verplaatsen, „maar na elke uitvoering willen wegnemen en opbergen, „om daardoor aan alle klachten over hinder op dagen, dat „die niet gebruikt wordt, een einde te maken. Die tent „zou dus moeten zijn, gemakkelijk op te stellen, uit elkaar „te nemen, te vervoeren en op te bergen in eene kleine „ruimtedit nu achten wij door eene verandering der „bestaande tent niet te bereiken en wij zouden daaraan „geene kosten wenschen te maken, doch indien niet wordt „overgegaan tot aanschaffing eener tent, zooals wij hiervoor „beschreven, de bestaande onveranderd te behouden en die „met het nieuwe seizoen op de oude plaats op te stellen". De heer SASSEN was aanvankelijk wel voor de aan schaffing van eene verplaatsbare muziektent, doch wijl de zuinigheid moet betracht worden, wenscht hij handhaving van de bestaande tent op de oude plaats. De heer STAAL zegt, dat ook in de derde afdeeling gepleit is voor het behoud van de tegenwoordige muziek-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 426