6 November 1909.
427
tent. Spreker zou echter in overweging willen geven de
tent in den loop van den zomer op drie verschillende
plaatsen op de Markt, telkens voor een bepaalden tijd,
te doen opslaan. Dan heeft iedereen op zijne beurt de
lusten, maar ook de lasten.
De heer VAN DEN BRINK wijst erop, dat in de derde
afdeeling de meeningen verdeeld waren. Spreker is voor
de aanschaffing van eene verplaatsbare tent.
De voorzitter wil ook liever eene verplaatsbare
muziektent. Het idee van den heer Staal is bezwaarlijk
uitvoerbaar. Met het opslaan en afbreken gaan gewoonlijk
2 a 3 dagen heen, terwijl dan bovendien nog op verschil
lende punten de noodige gasleiding zou moeten worden
aangebracht.
De heer VAN KEPPEL wijst erop, dat door toevallige
omstandigheden de muziektent dezen zomer is geplaatst
geweest op een ander gedeelte van de Markt, dan waarop
ze vroeger stond. Die plaats is gebleken ongeschikt te
zijn. Hierin is echter nog geen reden gelegen, om eene
verplaatsbare muziektent aan te schaffen. Deze zou in
verschillende stadsgedeelten worden geplaatst, doch velen,
welke nu van de muziek profiteeren, zullen die plaatsen
niet bezoeken. Daarom komt spreker tot de conclusie,
dat de beste oplossing is, om de bestaande tent op de
oude plaats te behouden.
De heer TEYCHINE kan zich hiermede niet vereenigen.
Tal van bewoners van de Groote Markt hebben bezwaar
tegen het behoud der muziektent. In andere stadsgedeelten
zal men haar gaarne zien komen, b.v. op het Stationsplein.
Daar is niemand tegen. Men voldoet alsdan aan het ver
langen der marktbewoners en is gevrijwaard van alle
mogelijke klachten.
De heer Fr. SMITS zegt, dat, toen de tent op de oude
plaats stond, er de minste klachten werden vernomen.