440 6 November 1909. lijkr commissie in het leven te roepen, tot bestudeering o.a. van het vraagstuk der werkloosheid en het instituut arbeidsbeurzen. Volgens het maandschrift van het bureau voor statistiek bestaan reeds in 12 gemeenten van ons land arbeidsbeurzen, waarbij gedurende de maand April van dit jaar behandeld werden 4105 aanbiedingen van werklieden en 3197 aan vragen van patroons. Hieruit blijkt dus reeds het nut van zoodanige instellingen. Brecln is niet van de kleinste ge meenten en behoeft derhalve niet allerlaatst te komen. Spreker meent, dat het de taak der commissie behoort te zijn, om dit en nog meer andere vraagstukken van socialen aard in studie te nemen en daaromtrent voorstellen aan den raad te doen. Spreker stelt derhalve voor tot de in stelling van zoodanige tijdelijke commissie over te gaan. De heer MEEUWESEN is het niet eens met den heer Van den Brink, wat betreft de bedoeling der afdeeling omtrent den werkkring der commissie. Spreker meent, dat bedoeld wordt de instelling eener commissie, welke in overweging zal nemen alle adressen en stukken over on derwerpen van socialen aard, welke bij den raad inkomen en om daarover van advies te dienen. De instelling van zoodanige commissie zou zeker instemming vinden. De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethou ders niet veel gevoelen voor eene commissie voor sociale aangelegenheden. De taak van zoo'n commissie is niet wel af te bakenen. De heer VAN DEN BRINK zegt, dat door hem slechts aangeroerd zijn twee van de voornaamste vraagpunten van socialen aard, welke in den laatsten tijd meer bijzonder op den voorgrond treden. Er zijn echter nog verschillende andere onderwerpen, welke tot de competentie der com missie zouden behooren, b. v. de vraag, of er zou moeten zijn een scheidsgerecht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 440