<4 December 1909.
dan zou dit strekken zeer ten nadeele van het gebouw.
Eene goede indeeling is dan niet meer mogelijk. Waar het
terrein van alle zijden open is en er dus voldoende licht
en lucht aanwezig is, zou spreker het verzoek willen toe
staan onder de voorwaarden, door de gezondheids-com
missie in haar advies aangehaald.
De heer REIGERSMAN zegt, dat hij in de totstand
koming der bouwverordening indertijd een werkzaam aan
deel heeft gehad en er zich dus op beroepen kan, met
den geest dier verordening geheel op de hoogte te zijn.
Het doel is, om er voor te waken, dat uit een hygiënisch
oogpunt bij elk gebouw voldoende ruimte openblijft, om
het noodige licht en lucht te kunnen binnenlaten. Nu ligt
het voor de hand, dat bij een terreindiepte van b.v. 12 M.,
er noodzakelijk 1ji gedeelte of 3 M. onbebouwd moet
worden gelaten. Maar dan zou, naar de letter der ver
ordening, bij eene diepte van 100 M. minstens 25 M. open
terrein moeten blijven. Dat is nooit het idee van de ver
ordening geweest.
Waar nu, zooals in het onderhavige geval, van alle
kanten voldoende licht en lucht in het gebouw kan binnen
komen, daar kan het geen bezwaar opleveren, dat een
klein gedeelte van het open te laten terrein wordt afge
nomen en waardoor het geheel aan zijne bestemming kan
beantwoorden.
Vriens is bovendien een energiek man, die zeer gunstig
bekend staat en ten volle verdient in zijne ondernemingen
te worden gesteund.
Wijl nu de bouwverordening niet in het leven is ge
roepen, om het den menschen lastig te maken, maar alleen
om de hygiënische belangen te bevorderen en in dit geval
tegen het verleenen der ontheffing uit een hygiënisch oog
punt geen bezwaar bestaat, meent spreker, dat er voor
den raad alle aanleiding bestaat, om het verzoek van
adressant in te willigen.