46
30 Januari 1009.
Spreker wil de schuld hiervan niet geheel brengen ten
laste van den burgemeester, maar ook van den commissaris
van politie. In zeker spotblad kon men dan ook lezen,
dat men in Breda er maar op los slaat.
Aan de hand van eenige aanteekeningen wil spreker
verder in herinnering brengen, wat er in de dagen van
5, 13, 14, 15 en 16 Januari is voorgevallen.
Op 5 Januari werden de bruggen afgezet, doch later
probeerde men 't weer anders. Een bewijs, dat er geen
zekerheid was in het optreden der politie, wijl er te veel
agenten waren. Bepaald schrikaanjagend deed de politie.
De hoofdagent Frederici dreigde met den revolver.
De voorzitter van den Nederlandschen metaalbewerkers-
bond heeft op 8 Januari de uitgeslotenen verzocht, niet
deel te nemen aan de relletjes. Aan dat verzoek is gevolg
gegeven.
Op 13 Januari kwam zelfs Prinsen hage in actie. Aan de
grenzen was een heele politiemacht opgesteld. Toen is
een bakkersjongen met een gummistok geslagen, eene
vrouw met een ploertendooder en een veld-artillerist liep
een bloedend gezicht op. Toen schreef het Dagblad van
Noord-Brabant, dat naar den commissaris van politie met
steenen was gegooid. Spreker zegt, dat ook hij wel eens
met steenen is gegooid, doch dat zijn maar kleine steenen,
die absoluut niet kwetsen.
Onder verschillende groepen van menschen heeft het
dan ook den indruk gewekt, dat het hardhandig optreden
der politie moest dienst doen, om het verbod op de samen
scholingen te kunnen uitvaardigen.
Op 14 Januari zijn mannen, vrouwen en dames geslagen
en een oud man opgebracht.
Op \f Januari is iemand aan spreker komen medcdeelen,
dat Janssen, een der werklieden van de fabriek van Klep,
zonder politiegeleide naar huis is gegaan.
Als men nagaat, hoe door de plaatselijke pers over de
relletjes is geschreven, dan kan in 't algemeen gezegd
worden, dat het optreden der politie is geweest schrikaan-
y by <j tt^/ di&v