de de- f. 30 Januari 1909. 47 jagend en weinig tactvol. Vooral 15 Januari is een dag geweest van waar schrikbewind. Tal van personen werden gearresteerd, waaronder de meest vredelievenden, zonder dat vooraf gesommeerd is geworden. Op 16 Januari werden er ongemotiveerde charges uitge voerd op den Haagdijk, een bereden maréchaussee reed over de stoepen der woningen^ terwijl eene vrouw, die in gezegende omstandigheden verkeert, werd ingerekend. Spreke^erhaalt, dat hem dit alles door anderen is mede gedeeld, want dat hij zelf niet bij de relletjes is tegenwoor dig geweest. Ook wordt beweerd, dat men op de politie-bureaux de arrestanten slaat. Is dit zoo, dan zal de burgemeester er wel meer van weten. Spreker dankt intusschen voor de bereidwilligheid van den voorzitter om deze zaak in openbare zitting te bespre ken en hoopt, dat hij zoodanige maatregelen zal weten te nemen, dat het optreden der politie immer tactvol zij. De voorzitter zegt, dat hij de zaak niet zoo uitvoe rig zal behandelen, als de vorige spreker deed, doch stelt voorop, dat hij alle verantwoordelijkheid op het optreden der politie, zoowel van gemeente- als rijkspolitie, op zich neemt. Dat optreden is, zonder uitzondering, van den hoogsten tot den laagsten ambtenaar, uiterst tactvol geweest. En als er personen zijn, die daarvan onaangename gevol gen hebben ondervonden, dan hebben zij dat aan zich zelf te wijten, omdat zij niet voldeden aan de gegeven voor schriften. Er zijn geen klappen uitgedeeld, zonder dat van te voren werd gesommeerd. Spreker weet dat niet van hooren zeggen, zooals de heer Van den Brink, doch uit eigen waarneming, want hij is steeds bij die opstootjes tegenwoordig geweest. Maar reeds op den eersten avond der relletjes heeft spreker tot den commissaris van politie gezegd, dat men daarover den heer Van den Brink in den raad wel zou hooren. Er valt hier weer een stukje van het gezag af

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 47