4 December 1909. 481 „In het hierbij gevoegd adres, hetwelk door U omprae- „advics in onze handen werd gesteld, vraagt het gemeente- bestuur van Prinscnhage vergunning, om gasbuizen te leggen „in den weg langs den zoogenaamden Vestkant, welke weg „eigendom is van deze gemeente. „Achten wij het in het algemeen niet gewenscht, een „servituut te vestigen op gemeente-eigendom, in het „onderwerpelijke geval kunnen wij allerminst eenige aan leiding vinden, om van dien regel af te wijken. „Door inwilliging van het verzoek zou bevorderd worden „het bouwen van woningen buiten het grondgebied der ge- „meente, doch die gelegen zijn aan wegen, welke door „deze gemeente moeten worden onderhouden. Dit zou er „toe kunnen leiden, dat de gemeente Breda genoodzaakt „werd, wegen te verharden en te rioleeren, hoofdzakelijk „ten gerieve van bewoners van andere gemeenten. „Het wil ons voorkomen, dat de gemeente Breda het in „het leven roepen van dergelijke toestanden niet in de „hand mag werken. „Wijl op de grens der gemeente aan drie zijden dezelfde „toestanden bestaan, achten wij tevens, ter wille van de „consequentie, inwilliging van het verzoek niet gewenscht. „Wat aan den een wordt toegestaan, kan aan den ander „niet geweigerd worden. „Op grond van een en ander hebben wij de eer U mits- „dien voor te stellen, op het verzoek van het gemeente bestuur van Prinsenhage afwijzend te beschikken.'' De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae- advies kan vereenigen. De heer LIJDSMAN vindt het jammer, dat burgemeester en wethouders het verzoek niet wenschen in te willigen. Spreker ziet daar geen bezwaar in. Dat men buiten Breda gaat bouwen, is vooral hieraan toe te schrijven, wijl er in Breda geen bouwterrein is. Met het bouwen eener kazerne is men zelfs buiten Breda moeten gaan. Spreker zal niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1909 | | pagina 481