u
482 loi_. 4 December 1909.
zoo kleingeestig zijn, maar integendeel het verzoek willen
toestaan onder nader vast te stellen voorwaarden.
De heer SASSEN is ook voor inwilliging van het verzoek.
Men kan het toestaan tot wederopzegging, dan is er van
geen servituut sprake. Met het oog op de veiligheid en de
zedelijkheid is Prinsenhage eenigszins gedwongen, om dien
weg te verlichten, en wellicht zou hierop van hoogerhand
wel eens aangedrongen kunnen worden. Zoodoende zou
inderdaad blijken, dat er bezwaar bestaat, om een weg in
eene andere gemeente te hebben. Bovendien moet men
consequent blijven. Breda levert reeds gas in andere ge
meenten. In de Baronielaan liggen zelfs buizen van Breda.
Spreker ziet er dus geen bezwaar in, met het oog op het
algemeen belang, om het verzoek toe te staan.
De voorzitter meent, dat het bouwen op de grens
der gemeente niet moet worden bevorderd. Dat is slecht
voor de neringdoenden in Breda en in dit geval vooral
voor de kleine neringdoenden. Als Prinsenhage dien weg
echter wil verlichten, dan kan het aan Breda gas vragen.
Misschien is Breda wel bereid, daar gas te leveren.
De heer SASSEN heeft met genoegen die mededeeling
vernomen.
De voorzitter zegt, dat door hem niet is verklaard,
dat een dergelijk verzoek zal worden ingewilligd. Dat moet
later nog worden uitgemaakt.
De heer L1JDSMAN vraagt, of een dergelijk verzoek
niet reeds vroeger door Prinsenhage is gedaan.
De heer ROMBOUTS antwoordt hierop, dat Prinsenhage
het indertijd gevraagd heeft voor het gedeelte weg van
het einde der Baronielaan naar het hotel „Mastbosch".
De prijs werd toen zeer matig gesteld, doch Prinsenhage
vond het blijkbaar nog te duur.