c/eZ^f/ C&-
:~y
4 December 1909.
De voorzitter stelt voor, deze beide punten in
besloten zitting te behandelen.
Waartoe besloten wordt.
15. De heer VAN DEN BRINK, alsnu het woord ge
vraagd en verkregen hebbende, zegt, dat hem is ter oore
gekomen, dat bij het openstaan der Gasbrug geen^fsluiting
van de landzijde aanwezig is, zoodat hiervan gevaar te
duchten is voor rij- en voertuigen en voetgangers. Spreker
wenschte gaarne te vernemen, of hiertegen maatregelen
zullen genomen worden. Verder wijst spreker erop, dat
onlangs in de plaatselijke bladen is geklaagd over den ver
koop van rotte visch aan de vischmarkt. Door de redactie
van de Bredasche courant werd in eene noot erop ge
wezen, dat aan de vischmarkt het gebruik of liever het
misbruik bestaat, dat de visch, welke 's morgens aan den
afslag komt, bij niet-genoegzame opbrengst, wordt opge
borgen, om des avonds opnieuw te worden geveild, hetgeen
hieraan zou zijn toe te schrijven, wijl de beambten der
vischmarkt eene percentsgewijze belooning genieten. Gaarne
wenschte spreker hieromtrent te worden ingelicht.
De voorzitter antwoordt hierop, dat, wat het niet-
afsluiten der brug betreft, ook zijne aandacht daarop ge
vestigd is en dat hij bereids den architect een onderzoek
daarnaar heeft opgedragen. Wat betreft de klacht over
rotte visch, hieromtrent heeft de keurmeester hem ver
zekerd, dat de kabeljauw, welke het hier gold, zeer goed
was, terwijl voor het overige de commissaris van de visch
markt wel bereid zal zijn de noodige inlichtingen te geven.
De heer STAAL, commissaris van de vischmarkt, zegt,
dat de visch, welke 's morgens aan den afslag komt, alleen
bij gebrek aan koopers wordt opgeborgen tot des avonds,
doch alsdan weer opnieuw gekeurd wordt, alvorens in
veiling te worden gebracht. Wat de kabeljauw betreft,
waarover is geklaagd, wijst spreker erop, dat deze visch